Melkveehouders uit veenweide na onderzoeksproject: “Voldoende kansen voor agrariërs in Veengebieden”

Een groep melkveehouders uit het Veenweidegebied rondom Woerden is samen aan de slag gegaan om te onderzoeken hoe hun toekomst in het gebied eruit kan zien. Provincie Utrecht heeft het project mogelijk gemaakt, samen met het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden en gemeente Woerden. Er is gekeken naar oplossingen voor de dalende bodem in de regio. Ook is er gekeken op welke manier energieneutrale landbouw ingepast kan worden en hoe een toekomstbestendig boerenbedrijf eruitziet.

Melkveehouders

Melkveehouders Hans en Jan positief. Foto via provincie-utrecht.nl 

Toekomst voor melkveehouders in veengebieden

Veengebieden in de provincie Utrecht kampen met een zakkende bodem. Dit heeft een aantal negatieve gevolgen. Het heeft invloed op de bedrijfsvoering van agrariërs, het veroorzaakt CO₂-uitstoot en geeft schade aan infrastructuur en bebouwing. Door inzet van slimme innovaties is het mogelijk bodemdaling te remmen en uitstoot van CO₂ te verminderen. Bij de aanpak van bodemdaling kiest provincie Utrecht voor samenwerking met boeren, waterschappen, gemeenten en de maatschappelijke organisaties. Het project Veenweide in Beweging (VIB) is daar een goed voorbeeld van. Een groep agrariërs heeft in overleg met Hoogheemraadschap de Stichtse Rijnlanden, de gemeente Woerden en provincie Utrecht gekeken hoe de toekomst van boeren er in het gebied uit kan zien.

Bodemdaling

Melkveehouder Hans Habben Jansen is positief over de toekomst van agrariërs in het veenweidegebied, maar ziet dat het dalen van de bodem om aandacht vraagt. “Ik vind dat de daling relatief meevalt. Maar het project laat wel zien dat we moeten kijken naar oplossingen voor de daling. We kunnen testen metwaterinfiltratiesystemen, mits we daar subsidie voor krijgen. Dit betekent dat er buizen in het land worden aangelegd. Via die buizen wordt water aangevoerd en dit helpt bodemdaling te remmen”, legt de agrariër uit.

Jan Pak was ook één van de deelnemende agrariërs van Veenweide in Beweging. De melkveehouder uit Kamerik benoemt de daling van de bodem als een punt van aandacht en heeft oog voor waterinfiltratiesystemen als mogelijk onderdeel van de oplossing. “Het project heeft laten zien dat dat boeren bereid zijn de mogelijkheden voor onderwaterdrainage verder te onderzoeken. Dat is een belangrijk leerpunt”, zegt hij. In Oud-Kamerik Noord-Oost gaat nu een proces starten voor de aanleg van waterinfiltratiesystemen om bodemdaling te remmen.

Verbreding activiteiten

Een andere pijler tijdens Veenweide in Beweging, was onderzoek naar andere activiteiten die boeren en melkveehouders kunnen inpassen in hun bedrijf. De nieuwe onderdelen in de bedrijfsvoering zijn een mogelijk extra verdienmodel. “We zien kansen in verbreding van onze werkzaamheden. Dat is gebleken uit het project. Denk dan bijvoorbeeld aan directere verkoop van onze producten aan consumenten. Ook zijn er mogelijkheden om een stuk van het land om te zetten in een camping. Maar dit zijn natuurlijk activiteiten die er alleen maar naast zijn, want in de basis blijven we boeren”, legt Hans Habben Jansen uit. Ook Jan Pak ziet kansen in verbreding van de bedrijfsvoering. Wel merkt hij daarbij op dat dit ook mogelijk bijkomende gevolgen heeft. “Een verbreding van onze activiteiten als agrariërs in het gebied is een goede optie. Maar het kan resulteren in extra belasting voor bijvoorbeeld omwonenden. Een camping geeft een andere dynamiek in de omgeving dan een boerenbedrijf”, zo legt de melkveehouder uit.

Energieneutraal boeren

De verandering naar energieneutrale landbouw in het Veenweidegebied is ook onderdeel van de onderzoeken geweest. Een energieneutraal bedrijf zorgt dat het zelf voldoende duurzame energie opgewerkt voor de bedrijfsvoering. Het opwekken gebeurt meestal via windmolens en zonnepanelen. Deze verandering is een duurzame stap voor een toekomstbestendig boerenbedrijf. Jan Pak is enthousiast over energieneutrale landbouw. Wel ziet hij nog kansen voor verdere verbeteringen. “Vergunningverlening voor windmolens zou in mijn ogen ruimer moeten. Het moet makkelijker worden om een windmolen van 25 meter te plaatsen. Hoe hoger de windmolen, hoe meer rendement. Ook moet de infrastructuur voor het verwerken van de opgewekte energie verbeterd worden. Als dat gebeurt, kunnen we nog veel meer zonne- en windenergie opwekken in het veenweidegebied”, aldus de agrariër uit Kamerik.

Tijdens Veenweide in Beweging is gebleken dat de deelnemende agrariërs verder aan de slag willen met energieneutraliteit. Daarbij bleek er relatief weinig animo voor zonnevelden in het veenweidelandschap. Wel was er animo voor het opwekken van energie op water. Daar volgt een pilot voor, onder leiding van gemeente Woerden. Ook wordt er al veel energie gewonnen door zonnepanelen op daken van stallen.

Rapporten

Het is mogelijk om de resultaten van Veenweide in Beweging in te zien.

Bron: provincie-utrecht.nl

 

Geef een reactie